op de dag dat de goochelaar zich doodstak met een mes
huilden alle gehalveerde vrouwen
werden alle hoedenwinkels konijnenhandels
verduisterden duizenden witte duiven de zon
na zijn dood verkeerde de goochelaar
onder hen die eerder boven waren
qua macht qua kennis qua alles
en allen waren zij dood en levend
verleidde hij Orpheus
en maakte met magie diens melancholie weer zoet
verleidde hij Isis met zijn toverkunsten
en hij proefde eeuwig leven in haar lijf
maar zijn eigen doorboorde lijf
werd niet meer genezen
en de goochelaar dacht:
ik kan de vrouwen niet meer helen
ik kan de hoofden niet meer beschermen
ik kan de zon niet meer laten schijnen
mijn dood was een terechte daad
Copyright Bertus Pieters 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten