wij dwalen over paden
wij lopen over wegen
want verlegen zijn wij niet nee denk dat niet
wij lopen zeg maar marcheren met een zang
van harde graten en gaan niet uit de weg
voor man of tank nee wij zullen ons
niet roosteren laten als hanen vol van vet
wij zullen ons niet onthoofden laten
noch ons laten scalperen nee een scherpe
zon zal ons het vel fileren en de nagels
doen verzengen maar geen traan
zullen wij plengen wij kijken niet op of om
en zullen alleen verlangen naar de haver
voor de magen boven onze stramme benen
die aan ons hangen als verdroogde medailles
na een lamlendige loopwedstrijd
en wij zullen zeelten baarzen karpers
ons de weg doen wijzen nadat
we onze rode voeten hebben laten baden
in het grauwe water vol van spaden en misthoorns
vol van fietsen en gewapend glas
nooit zal ons meer deren dat wij stappen
in een plas en zwaar en trots zullen wij onze nagels
tonen aan de anderen die komen
zij zullen het droge slijk breken
van tussen de plooien van de vingers
die groeven naar verplichte schatten
en botten van leem verlangen wij naar
nee eisen wij het likken van ons vel
het bijten in de buik de draf
van verschrikte herten
van hindes in stervensnood
van wolven die warm zijn in hun pels
en wakken snijden met hun messcherpe klauwen
ja recht door rode zwarte groene blauwe zee
lopen wij naar willekeurig welke overkant
waar wij klamme dijen ruiken
en blinde kinderen verwekken
te aangrijpend om te eten
te levend om te laten begraven
te muzikaal om op te serveren
te hard voor de karpers
en wij zullen zeggen
vrees niet het doet pijn het doet pijn
het doet pijn
BP
2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten