sinds de wandeling begon
is het pad vol bramentakken en vol dorens
de herfst is weg maar toch de torens
aan de einder zijn misschien niet waar
de mist ontneemt het zicht geen licht
heeft hier nog durven schijnen
de padden en de kikkers zijn ternauwernood
ontwaakt en de kou moet nog verdwijnen
er lijkt geen einde maar versperring maakt
de voortgang moeilijk hoe naakt de lucht de stam
de knop ook zijn ze deinen als een zachte borst
die uit haar winterslaap geraakt
maar dan de omweg die wel open is
maar door niemand meer gebruikt want
hier is een man verdronken die de wereld kennen wilde
en tussen blauwe bloemen zijn jas heeft laten liggen
BP
2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten