zaterdag 31 augustus 2013

een bronzen god



een bronzen god klaar
om aanbeden te worden
de aanbidders zijn verdwenen
het lijden was meer voor een held
het overleven volstrekt niet interessant
met lispelende spraak
van miljoenen woorden
zijn de wonden al gesloten
schrijnen zij nog na
of doen zij nog pijn?

ze doen nog pijn
een heel gewone godheid
kan dat niet verdragen
sluit zijn ogen voor zijn altaar



Copyright Bertus Pieters 2013

zondag 25 augustus 2013

en dan komt er een moment



en dan komt er een moment

zoals bij de leeuw
die walgt bij het zien van zebra’s

zoals bij de veiligheidsbeambte 
die walgt bij het zien van alle monitors

thuis gekomen droomt hij
dat hij honger heeft
en botten vindt met merg

is daar iemand?
er wordt in de nacht gezegd:
ik groet u allen
ik kom niet terug

er trekken vogels naar het zuiden
en later komen zij terug
er is niet heel veel méér 



Copyright Bertus Pieters 2013

zondag 18 augustus 2013

het oversteken van de straat



ik steek de straat over
het is al laat in de morgen
een walvis zwemt in de hemel

ik koop salami en gedroogde pruimen
en zeg: ik heb dit nooit gemogen

ik draai de hoek om
en groet de jongen van de wasserij
lijdzaam springt het stoplicht op rood

ik sta even voor een etalage
er steekt een rugvin door de straat

vluchtig groet een buurvrouw
de zaken zijn verkocht roept zij nog
en in haar kielzog wordt de straat al afgezet




Copyright Bertus Pieters 2013

zaterdag 10 augustus 2013

terugkeer



zorgelijk bloeien de bloemen om nageslacht wachten wordt
buigzaam zij schrijft zonder iemand die het ziet: “ik drink je wijn
warm in de schaduw van dit hete kot zonder dat iemand
weet of ik leef of dat ik mij laaf aan je geheiligde
dranken de geuren van dwarrelend stof zijn getuigen zijn
één met jou en met de anderen zanddoorgroefd zijn onze
stemmen en hees is de jouwe het grauwe en graaiende
draag je op schouders van slaven zo zoet met hun botten die
schampen langs snaren die vals en stram klinken o zurige
slijmerdrank blank van het reine en troebel van goedheid een
antwoord verwacht ik niet groetend de uwe verblijf ik” en
dan droomt zij verder vernederd door doornen herkauwend de
stekels het dagelijks brood van de droogte en ziet zij een
loopplank een welkom een volkslied een juichende menigte
dorstend naar meer terwijl roeiriemen sjorren door water te-
midden van vis krokodillen en zandbanken kauwt zij de
hand van de gids op haar schouder haar borst of die hand haar de
richting kan wijzen maar is die hand niet aan de roeiriem of
zit zij zo moeizaam te sjorren aan een stuk hard wezenloos
hout dat slechts flauw zich laat kennen als richting of oervorm? zij
heeft niets vergeten? een paspoort een zakdoek? de gids heeft met
hardrode balpen een lijn om haar handen getrokken tot
hier en niet verder de grenzen zijn rood als je handen veel
verder is hier niet te zien zij werpt tegen jouw stadhouder
ziet hier toch alles? is vuig en vervelend en drijft ons tot
onmacht de gids sluit de ogen durft niets meer te zeggen het
zweet breekt hem uit en het land ligt verwilderd met kalende
takken op grauwende aarde een paar hagedissen ver-
steend op een steen waar de hemel zich scherpt aan de scherven van
zonlicht dat lavasteen as en verzanding laat heersen in
stilte een brief ongelezen zijn wijn is hier geel en hun
stemmen zijn ruw en een band met de stem van de gids die zacht
roept aan de wereld om ons niet te helpen


Copyright Bertus Pieters 2013

zondag 4 augustus 2013

van alle kanten



het werd van alle kanten goed bekeken
en er zat ook veel bijzonders in
maar eerst moesten knopen gelegd worden
het huis op palen op zijn toekomst wachten
paarden gedresseerd en voor de ploegen
en overal hekken die moesten
getimmerd en opgelapt worden
in al dat dagelijks gedoe zocht ik
een gezicht een teken
een masker of een opgelapt idee
maar ook daar was op gerekend
met bewijzering bleek een hek een muur


Copyright Bertus Pieters 2013